Ontwikkelingsvertraging

Een grote zorg van vele ouders is: ‘loopt de ontwikkeling van mijn kind wel volgens plan?’ Ieder kind ontwikkelt op zijn eigen tempo: sommige kinderen behalen hun mijlpalen vroeger, andere wat later, maar wanneer is er een vertraging? Wanneer een kind bepaalde vaardigheden nog niet onder de knie heeft op een bepaalde leeftijd, kan men spreken van een ontwikkelingsvertraging. Het kind kan opvallend minder in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten, zelfs met de nodige stimulans van ouders of opvoeders worden geen vorderingen gemaakt. Bij een vertraging is specifieke begeleiding door een kinesitherapeut aan te raden.

Enkele concrete voorbeelden:

Baby’s: asymmetrische zuigeling met voorkeursligging, motorische ontwikkelingsachterstand (omrollen, zitten, kruipen, lopen, …), houdings- en/of bewegingsproblemen, zintuiglijke afweer, spannings/ontspanningsproblemen, aangeboren of verworven aandoeningen, baby's met syndroom van Down, enz.

Peuters en kleuters: motorische ontwikkelingsachterstand (bewegingsangst, afwijkend looppatroon, hyperactiviteit, te hoge of lage tonus), fijn motorische opdrachten (tekenen, kleuren, knippen,…), lateralisatieproblemen, afwijkende stand van voeten en/of benen, enz.

Schoolkinderen: grofmotorische problemen (coördinatie, evenwicht,…), DCD, schrijfproblemen, lateralisatieproblemen, visuomotorische problemen, faalangst, houdingsafwijkingen, lichaamsbesef en zelfbeeld, kinderen met houterige motoriek, afwijkend looppatroon, aandacht-en concentratieproblemen, enz.