Werkgroep Spraak

We spreken van een articulatieprobleem wanneer spraakklanken en/of spraakklankcombinaties niet of onjuist worden uitgesproken. In deze werkgroep werken onze therapeuten met kinderen (met een achterstand, bij orthodontische behandeling, ...), volwassenen (beroepssprekers) of senioren (o.a. na een hersenletsel of trauma). Met een op maat gemaakt handelplan helpen zij de spraak weer mooi op peil te brengen.

Vroege of snelle doorverwijzing is meer dan noodzakelijk om het 'inslijpen' van de gewoonte tegen te gaan. In volgende gevallen is het interessant om een logopedist aan te spreken:

Wanneer je merkt dat:

  • De tong zichtbaar is of tegen de tanden 'botst' bij uitspreken van bv. een s, z, t, d, l, n, ...
  • Klanken ‘anders’ klinken dan ze zouden moeten klinken.
  • Klanken worden weglaten (bvb. bood i.p.v. brood, sool i.p.v. school).
  • Klanken worden vervangen door een andere (bv. poklook ipv potlood).
  • Alles nasaal of door de neus wordt uitgesproken (net als bij een verkoudheid).
  • Klanken vervormd worden (sjoep i.p.v. soep; bjief i.p.v. brief,...).
  • Er klanken worden toegevoegd (mellek i.p.v. melk, stoep i.p.v. soep,...).
  • Klanken niet (meer) kunnen worden uitgesproken.
  • Een kind duimzuigt of met het mondje open zit bij TV-kijken, lezen, huiswerk maken, ...



Of op advies van een orthodont(e) of arts.